Stoofvlees
·
1 kg rundvlees – in gelijke stukken
·
2 grote uien
·
1 flesje bruin bier van 33 cl
·
1 el appelstroop
·
1 el perenstroop
·
enkele takjes verse tijm
·
1 kruidnagel
·
2 blaadjes laurier
·
1 stevige bruine boterham
·
2 el scherpe mosterd
·
scheutje balsamico-azijn
·
enkele klontjes boter
·
peper en zout
Pel de uien en snipper ze in niet al te fijne stukjes.
Verhit een grote
braadpan en smelt er een klontje boter
in. Stoof daarin de uien op een matig vuur. Laat de uien niet bruin bakken.
Verhit een braadpan op een matig vuur en smelt er een
klontje boter in. Schroei de stukken vlees in de braadpan tot ze een goudbruin
kleurtje hebben. Kruid het vlees tijdens het bakken met wat peper uit de molen
en een snuifje zout.
Een grote hoeveelheid vlees bak je in meerdere beurten:
zo ligt de braadepan nooit te vol en wordt het vlees niet gekookt in plaats van
gebakken.
Doe de stukjes vlees in de braadpan met de uien/ Houd de
braadpan met het aanbaksel van het vlees
bij en schenk daarin het bier. Roer alle aanbaksel los, terwijl het bier
aan de kook wordt gebracht. Dit heet deglaceren. Zodra het bier kookt giet je
het in de braadpan bij het vlees en de uien.
Bind enkele blaadjes laurier en een paar takjes verse
tijm samen met een eindje keukentouw. Laat het kruidentuiltje meestoven in de
braadpan. Voeg de kruidnagel toe en de appel- en perenstroop.
Besmeer een bruine boterham met de mosterd. Leg de
boterham in de braadpan, met de besmeerde zijde naar beneden.
Laat het stoofvlees 1,5 tot 3 uur sudderen op een zacht
vuur. Het deksel hoeft niet op de pan. De kooktijd is afhankelijk van de
kwaliteit van het vlees. Roer af en toe eens in de pan en controleer dan of het
vlees voldoende gaar is. Pas wanneer de vleessaus de gewenste dikte heeft,
plaats je het deksel op de pan.
Werk het stoofvlees af met een klein scheutje balsamico-azijn
en roer alles om.
Proef en voeg naar smaak nog wat peper uit de molen en
een snuifje zout toe.
Dit komt uit het boek Mijn 200 klassiekers van Jeroen
Meus.
Gebakken worteltjes met sinaasappel, knoflook en tijm
Voor 4 personen gebruik je 500 gram wortelen. Ik had ze
in 4 verschillende kleuren: oranje, wit, geel en paars.
Kook de worteltjes in gezouten kokend water met een
eetlepel suiker, een klontje boter en een handje geurige kruiden die je in een
bosje hebt gebonden. Peterselie, rozemarijn, tijm , laurier – maak gewoon een
leuk gemengd boeketje.
Snijd een sinaasappel in acht stukken en doe die ook in
het water, samen met een paar hele, ongepelde tenen knoflook. Als je echt
durft, doe je er ook een mespunt komijn (zaadjes of gemalen) bij – dat geeft er
een heerlijk subtiel smaakje aan. Giet de worteltjes af zodra ze gaar zijn,
gooi het bosje kruiden weg en ook de stukjes sinaasappel op één na. Knijp de
tenen knoflook uit hun vel en hak het stukje sinaasappel fijn en hussel dit met
de worteltjes, samen met wat zout en peper en nog een klontje boter.
De smaak is fantastisch. Een andere mogelijkheid is om de
gehakte sinaasappel in een flnke eelepel suiker te bakken zodat het bijna jam
wordt, en dit op de worteltjes te scheppen.
Maar net zo gemakkelijk – je gooit de worteltjes zodra ze
uitgelekt zijn samen met de fijngehakte sinaasappel en de tenen knoflook in een
braadslee en bakt ze 10 minuten in een op 200°C voorverwarmde oven. Dat geeft
een iets vleziger smaak.
Dit is uit het boek Jamie’s Dinners van Jamie Oliver.
Hierbij Roseval aardappeltjes in de schil bijna gaar gekookt en af laten koelen. In dikke plakken gesneden en met wat provencaalse kruiden in wat boter en olie gebakken.