donderdag 27 november 2014

Rode kool uit de oven

Dit recept las ik in het boek Fast, Fresh & Unbeleivably Delicious van Matt Preston. Het moet 3 uur in de oven staan en is duidelijk geen ovenschotel maar een slowcook-gerecht.
Dit was mijn eerste bewuste poging om zo langzaam te koken, het is me heel goed bevallen. Alleen al de geur in huis en het was beslist geen koollucht, wat ik me van vroeger herinner als de rode kool lekker lang stond te pruttelen.

Het is een gerecht voor 10-12 personen. In het boek staat erbij dat het als bijgerecht voor bijvoorbeeld het kerstdiner is. Ik heb gelijk porties van 200 gram ingevroren. Ben dus wel benieuwd hoe het smaakt nadat ik een portie heb ontdooid.

Ik heb geen foto gemaakt van een bord met rode kool. Het zag er niet spectaculair uit, precies zoals rode kool eruit moet zijn volgens mij.


Voor 10-12 personen

·         1 middelgrote rode kool

·         2 elstar appels

·         1 grote ui

·         2 el lichtbruine suiker

·         Snuif zout en versgemalen zwarte peper

·         1 tl gemalen piment

·         1 bouquet garni – laurier, tijm, selderij en rozemarijn

·         4 el wittewijn- of appelciderazijn

 

    Verwarm de oven voor op 150°C.

    Verwijder de buitenste bladeren van de kool en leg ze opzij. Snijd de kool in vieren en verwijder de stronk. Schaaf de kool fijn of hak hem fijn in de keukemachine.

    Schil de appels, verwijder het klokhuis en snijd het vruchtvlees in plakjes. Pel de ui en snijd hem in ringen.

   Doe de kool in een grote emaillen of gietijzeren pan en strooi de suiker plus wat zout en peper en het piment erover. Leg het bouquet garni en daarna de appel en de ui erop. Schenk de azijn erover en dek alles af met de hele koolbladeren. Dek de pan af met bakpapier en leg het deksel erop.

   Zet de kool drie uur in de oven.

 

maandag 3 november 2014

Polpettine van varkensvlees en citroen

Zo noemt Nigel Slater zijn gerecht, maar ik noem het gewoon kleine, platte gehaktballen.
Maar wat is het lekker.
Hier volgen de ingrediƫnten:

Voor 4 personen
  • 70 gram Panko, maar gewoon broodkruim of anders paneermeel kan natuurlijk ook.
  • 500 gram gehakt van wild zwijn, maar gewoon gehakt van varkensvlees kan ook.
  • 1 citroen
  • een flinke handvol selderijblaadjes, maar peterselie kun je ook gebruiken
  • ca 6 goed gevulde takjes tijm
  • 2 volle eetlepels Parmezaanse kaas
  • 10 fijngehakte ansjovisfilets. die had ik niet in huis, heb er wat vissaus en grof zeezout door gedaan.
  • een beetje bloem
Voor de bereiding:
  • 2 eetlepels olijfolie
  • 40 g boter
  • 2 dl kippenbouillon.
Doe de panko en het gehakt in een grote mengkom. Rasp de citroenschil erbij. Halveer de citroen en pers hem uit. doe het sap met de grofgesneden selderieblaadjes en geritste tijmblaadjes bij het gehakt en voeg ook de geraspte Parmezaanse kaas en de gehakte ansjovis toe. Doe nog wat zout en versgemalen peper naar smaak in de kom en kneed alles goed door elkaar.

Maak circa 12 balletjes van het mengsel, schep voor elk balletjes steeds een volle eetlepel gehakt op. Maak dan eerst grove balletjes, druk ze later platter. Leg ze allemaal op een met bloem bestoven bakplaat.

Verhit de olie en boter in een grote koekenpan met antiaanbaklaag. Wentel de polpettine door de bloem op de bakplaat, ongeveer acht per keer en bak ze in de koekenpan vier of vijf minuten tot ze aan beide kanten knapperig en goudbruin zijn. Draai het vuur lager en bak de polpettine helemaal gaar, nog zo'n zes tot acht minuten.

Giet het grootste deel van het bakvet uit de pan en voeg de bouillon toe. Laat de saus twee tot drie minuten pruttelen en schraap daarbij de aanbaksels van de bodem. Laat de saus nog iets inkoken, verdeel de polpettine over vier borden  en schep de saus erover.

Zoals gezegd, het was erg lekker. Vooral door de citroenrasp denk ik. De balletjes die ik over heb, ga ik verwerken in een saus voor pasta.